Gezocht: biologische vader

Arjen* (geboren 1944) hoort op zijn 40ste van zijn vader dat hij niet zijn biologische vader is. Dat is, vertelt Arjens vader, ‘Jan Balk’, destijds een vriend van hem. Arjen is enigst kind. Hoewel zijn beide ouders pikzwart haar hebben – ‘mijn moeder lijkt wel een zigeunerin’ – is Arjen hartstikke blond.
De mededeling van zijn vader loste voor Arjen het mysterie van het blonde haar helemaal op.

De geschiedenis
Kort na Arjens geboorte loopt het huwelijk van zijn ouders op de klippen. Als Arjen viereneenhalf is brengt zijn moeder hem naar een kindertehuis. Achteraf blijkt dat tegen de wil van zijn vader te zijn gebeurd, die was toen vertegenwoordiger en dus altijd op reis. Als zijn vader erachter komt dat Arjen niet meer bij zijn moeder is, gaat hij op zoek bij alle kindertehuizen die hij maar kan vinden. Toevallig zag zijn vader Arjen buitenspelen. Arjens been zat in het gips. Nadat zijn vader in het kindertehuis om uitleg heeft gevraagd, neemt hij Arjen meteen mee achterop de fiets en brengt hem naar zijn ouders. De grootouders van Arjen zorgen voor hem tot zijn 11de. Nu zegt Arjen, dan zijn vader hem ‘gered’ heeft uit het kindertehuis. De ervaringen van toen kwellen Arjen tot op dag van vandaag.

Hoewel het huwelijk van zijn ouders in 1954 officieel is ontbonden, houdt Arjen altijd contact met zijn ‘opvoed’vader. Inmiddels zijn Arjens beide ouders overleden. Sinds zijn pensionering houdt de vraag naar zijn biologische vader hem bezig. “Maar het is zolang geleden”, verwoordt Arjen zijn twijfel over deze zoektocht. Toch gaat Speurwerk.com aan de slag.

En met succes. Na enig onderzoek weten we dat ‘Jan’ in 1999 is overleden. Toen ‘Jan’ een relatie had met Arjens moeder was hij kort daarvoor – in 1940 – gescheiden. Hij was toen al vader van twee kinderen: een zoon en een dochter. Speurwerk.com heeft Arjen inmiddels geïnformeerd over het overlijden van zijn biologische vader. Arjen heeft gevraagd de speurtocht naar zijn halfbroer en –zus voort te zetten. Dat onderzoek loopt nog. Omdat het om mogelijk nog levende personen gaat, moet voor verder onderzoek toestemming gevraagd en gekregen worden. Daar kan enige tijd overheen gaan.

Maar eigenlijk, zo laat Arjen weten, is hij veel meer geïnteresseerd in het kindertehuis waar hij een halfjaar heeft gewoond. Dat was ‘ergens in de buurt van het Vondelpark’ in Amsterdam. Nog geen week later krijgt hij van Speurwerk.com het exacte adres. De volgende dag al, rijdt Arjen er langs om het nog eens te bekijken. Tegenwoordig is er een notariskantoor gevestigd.

Het kindertehuis is een hele zwarte periode in het leven van Arjen. “Meer dood dan levend hebben mijn grootouders mij na een halfjaar in huis genomen”, vertelt hij. Hij zou daarom graag meer over dit tehuis willen weten. Het onderzoek naar de mensen achter het kindertehuis loopt nog. Het verhaal is nog niet af.

Resultaat
In augustus 2014 vindt Speurwerk de halfzus van Arjen. De halfbroer is overleden. Het contact verloopt via haar zoon Ron. Ron vertelt dat zijn moeder inmiddels 81 jaar is. Ze heeft een zwaar leven achter de rug, met een aan drankverslaafde man en een eveneens aan drank en drugs verslaafde zoon. Zijzelf heeft ook de nodige problemen. Ron neemt al lange tijd de zaken voor zijn moeder waar. Hij heeft het verhaal met zijn moeder besproken. Zij weet niet van het bestaan van een halfbroer, maar het verbaast haar niet. Ron vertelt ook dat zij geen zin meer heeft in ontmoeting met Arjen. “Het is allemaal zolang geleden” en het zou haar leven maar overhoop gooien. Ron begrijpt de vraag van Arjen, maar hij vraag ook begrip voor hun weigering. “Mijn moeder is niet zo sterk meer. Ik doe er alles aan haar nog zolang mogelijk te hebben. Een ontmoeting zou voor haar veel te veel zijn. Haar hart kan dat niet meer aan”.
Als Speurwerk Arjen verslag uitbrengt is zijn reactie:”Ik zal er vrede mee moeten hebben’. En dat gaat ook best lukken.

Het kindertehuis waar Arjen als klein jongetje heeft gebivakkeerd lijkt op een horrorverhaal. In de tijd dat Arjan daar zat werden er zowel kinderen als volwassenen opgenomen. In de jaren ’60 en ’70 zijn het uitsluitend (kleine) kinderen, veelal met een lichamelijke of geestelijke beperking. Wat opvalt is dat het in die jaren, niet ongebruikelijk is dat de helft van het aantal kinderen in het huis overlijdt. Maar ook telkens worden weer nieuwe kinderen opgenomen. Wat daar precies gebeurd is, blijft onduidelijk. Speurwerk komt in contact met iemand die er jaren heeft gewoond, niet als patiënt maar als aangenomen kind. Een afspraak met hem en Arjen loopt mis omdat de eerste in slaap is gevallen. Arjen heeft wel telefonisch contact met hem. Daar heeft hij al genoeg aan.
Arjen is al heel erg opgelucht dat hij nu weet waar hij destijds gezeten heeft. Meer details over het kindertehuis wil hij niet weten. Het is genoeg zo. Hij is Speurwerk erg dankbaar.

* alle namen zijn gefingeerd.

icon-arrow-circle-right  Terug naar resultaten

Geplaatst in verhalen.